Sociaal leren

Op school doe je kennis en vaardigheden op door te lezen, opdrachten te maken en te oefenen. We weten dat je ook veel kunt leren van andere mensen om je heen, zoals klasgenoten. Niet alleen kun je van ze leren, maar je kunt ook over je klasgenoten leren. Dit type leren noemen we sociaal leren. Hoe zit dat precies?

Leren door te kijken

Leren door observatie is iets wat alle dieren doen: denk maar aan apen die een kunstje van elkaar afkijken om een lekker hapje te pakken met een stok, of pinguïns die eerst kijken of het verstandig is om in de zee te springen (misschien zwemt er wel een zeeluipaard). Zeker als de uitkomsten wat onvoorspelbaar zijn, of mogelijk gevaarlijk, is het erg verstandig om eerst te kijken hoe iemand anders dit aanpakt.

Jonge kinderen kunnen al erg goed imiteren (zoals het nadoen van een rolmodel zoals hun moeder of vader), maar we kunnen pas echt goed leren door observatie als we iets ouder zijn. Dit type leren houdt in dat we de uitkomsten van iemands gedrag goed kunnen meewegen. Dus als iemand positieve feedback krijgt (bijvoorbeeld bewondering van klasgenoten), zijn we eerder geneigd dat ook te doen. Maar als iemand negatieve feedback krijgt (zoals uitgelachen worden), is het minder waarschijnlijk dat we dit ook gaan doen.

Leren in het brein

Bepaalde gebieden in het brein zijn gevoelig voor feedback zoals of je iets goed of fout doet. Die gebieden zijn belangrijk voor leren en vormen samen het limbisch systeem. Andere hersengebieden zijn gevoeliger voor het aanpassen en sturen van je gedrag op basis van feedback. Dit zijn onder andere gebieden voorin je brein, zoals de mediale en prefrontale cortex. Deze hersengebieden werken hard samen om te leren van je fouten en om eventueel je gedrag bij te sturen.

Het limbisch systeem zit diep in de hersenen en is onder meer belangrijk voor leren.

Er zijn bepaalde gebieden in de hersenen die we het ‘sociale brein’ noemen. Deze gebieden gebruiken we vooral om anderen te begrijpen. Dit zijn bijvoorbeeld de mediale prefrontale cortex voorin je hersenen, en de temporaalkwab aan de zijkant net achter je oren. Deze gebieden zijn belangrijk voor het nadenken over anderen en je kunnen verplaatsen in anderen (perspectief-nemen). We zien in hersenonderzoek dat tijdens sociaal leren er een samenwerking is tussen hersengebieden die belangrijk zijn voor leren en hersengebieden in het sociale brein. Sociaal leren gaat dus net even anders dan leren van je eigen fouten.

Brein-feit: Jongeren leren beter van leeftijdsgenoten

Het lijkt erop dat jongeren meer leren van een leeftijdsgenoot dan van een volwassene, zo kwam uit onderzoek naar voren. Ook laten jongeren sterkere hersensignalen zien op feedback die andere jongeren kregen vergeleken met wanneer volwassenen die feedback kregen.

Pubers en sociaal leren

Een veronderstelling in psychologisch onderzoek is dat er in de ontwikkeling van kind tot volwassene bepaalde periodes zijn waarin je extra goed iets kunt leren doordat je brein dan nog erg ‘kneedbaar’ (plastisch) is en gevoelig is voor bepaalde omgevingsfactoren.

In de adolescentie wordt de sociale omgeving, zoals  vrienden en klasgenoten, steeds belangrijker. Het is mogelijk dat je dus juist in je tienerjaren extra goed van anderen kunt leren, maar dat weten we nog niet zeker. We weten bijvoorbeeld ook nog niet in hoeverre dit komt door de biologische veranderingen in je brein of door je omgeving; allemaal vragen die we bij het Brain & Development Onderzoekscentrum proberen te beantwoorden.

Avontuurlijk? Shuffle een ander onderwerp
Deze onderzoekers bestuderen
het onderwerp ‘Sociaal leren’:
Bekijk alle onderzoekers

Berna Güroglu, Prof. dr.

Hoogleraar Neurowetenschap van Sociale Relaties

Sociaal leren Buitensluiting Vriendschap

Anna van Duijvenvoorde, Dr.

Assistant professor

Leren Risico’s nemen Sociaal leren

Ilse van de Groep, MSc.

Promovenda

Zelfbeeld Social media Sociaal leren

Bianca Westhoff, MSc.

Promovenda

Sociaal leren
Bronvermelding:
Wetenschappelijk artikel:

Rodriguez Buritica, J. M., Eppinger, B. , Schuck, N. W., Heekeren, H. R. and Li, S. (2016), Electrophysiological correlates of observational learning in children. Developmental Science, 19: 699-709. https://doi.org/10.1111/desc.12317.

Wetenschappelijk artikel:

Apps, M.A.J., Rushworth, M.F.S. and Chang, S.W.C. (2016). The Anterior Cingulate Gyrus and Social Cognition: Tracking the Motivation of Others. Neuron, Vol. 90 (4), pp. 692-707. https://doi.org/10.1016/j.neuron.2016.04.018.

< >