Hoe leer je voor je toets en hoe leer je fietsen? Leren gebeurt continu en op veel verschillende manieren. Er zijn verschillende soorten leren te onderscheiden. Je kunt bijvoorbeeld leren door herhaling, maar ook door uit te zoeken hoe iets werkt. Soms gebeurt leren doordat je direct feedback krijgt over je prestatie: ging het goed of fout? Viel je van je fiets of niet? Maar hoe leer je nu eigenlijk van feedback?
Verschillende gebieden in het brein zijn gevoelig voor feedback zodra je iets goed of fout doet. Vooral wanneer de feedback anders is dan verwacht, ontstaat er een sterk leersignaal. Dit signaal noemen we een ‘schending van verwachtingen’ (predictie-error). Je kunt het beschouwen als het ‘oeps’ en ‘hoera’ signaal. Een uitkomst kan slechter zijn dan verwacht: je dacht bijvoorbeeld dat je een Franse zin goed had vertaald, maar dat bleek niet zo te zijn (oeps!). Een uitkomst kan ook beter zijn dan je had verwacht, zoals een vraagstuk oplossen waarvan je dacht dat je het niet snapte (hoera!).
Neurotransmitters in het brein, zoals dopamine, komen meer vrij bij dit ‘oeps’ en ‘hoera’ signaal. Een sterkere schending van verwachtingen is een sterker leersignaal en dat leidt tot sterkere hersenactiviteit. Dit is ook best logisch: in een nieuwe situatie moet je nog veel leren, en je hebt dan alle feedback die je krijgt nodig om te begrijpen hoe iets werkt. Deze leersignalen zitten op vele plaatsen in het brein, maar veelal in het limbisch systeem en de prefrontale cortex.
Dat we maar 10% van ons brein zouden gebruiken, is een mythe. We gebruiken vrijwel ons hele brein de hele tijd, zelfs als we slapen.
Onze hersenen reageren sterk op fouten die we maken. Met name de gebieden voorin de hersenen helpen dan om gedrag aan te passen of een nieuwe strategie te gebruiken. Leren van negatieve feedback lukt kinderen nog niet zo goed als volwassenen, bleek uit onderzoek. Ze leken wel hun voorste hersengebieden te gebruiken als ze iets goeds deden, zoals wanneer ze positieve feedback kregen over hun gedrag. Dat lukte nog niet als ze iets fout deden en negatieve feedback kregen. We denken dat kinderen wel gevoelig zijn voor negatieve feedback, maar het moeilijk vinden om hier hun gedrag op aan te passen. Tieners kunnen dat al een stuk beter, alleen nog niet zo goed als volwassenen. Leren van negatieve feedback is iets waar we beter in worden als ons brein verder ontwikkelt.
Slaap is heel belangrijk is voor leren, omdat we tijdens onze slaap kennis vastleggen die we hebben geleerd. Daardoor kunnen we dingen beter onthouden. Dat geldt in mindere mate bij het leren van vaardigheden, zoals fietsen. Probeer dus goed te slapen als je aan het leren bent voor een toets…
Kun je uit hersenactiviteit voorspellen hoe goed je over een aantal jaar kunt leren? Eerste wetenschappelijke studies laten zien dat op jonge leeftijd dyslexie voorspeld kan worden. Er wordt dan gekeken naar hersenreacties op taalklanken (fonologie). Ontdekt is ook dat hersenactiviteit in je prefrontale cortex voorspelt hoe goed je over twee jaar in wiskunde en lezen bent. Dit onderzoek vertelt ons iets welke hersengebieden belangrijk zijn voor leren en schoolse vaardigheden. Ook biedt het aanknopingspunten om kinderen te helpen met leren.
De hersenen bestaan uit een linkerhelft en een rechterhelft. Een mythe is dat sommige mensen vooral hun linkerhersenhelft zouden gebruiken om te leren, en anderen hun rechterhersenhelft. Er werd gedacht dat mensen met een dominantere linkerhersenhelft vooral analytisch denken en leren, terwijl mensen met een dominantere rechterhersenhelft vooral creatiever zouden denken. Ook al zitten sommige functies gelateraliseerd (bijvoorbeeld taalklanken verwerken zit in de linkerhelft), dit is verder niet heel strikt in het brein. Beide helften werken meestal samen! Het idee van verschillende typen leerstijlen voor een individu is dan ook niet bewezen.
Hoogleraar Neurocognitieve Ontwikkelingspsychologie
Anderen helpen Creativiteit Emoties Leren Social media Zelfbeeldvan Duijvenvoorde, A., Zanolie, K., Rombouts, S.A.R.B., Raijmakers, M., and Crone, E.A. (2008). Evaluating the negative or valuing the positive? Neural mechanisms supporting feedback-based learning across development. The Journal of Neuroscience, 28, 9495-9503. https://doi.org/10.1523/JNEUROSCI.1485-08.2008.
Peters, S., van der Meulen, M., Zanolie, K., and Crone, E. A. (2017). Predicting reading and mathematics from neural activity for feedback learning. Developmental Psychology, 53(1), 149-159. http://dx.doi.org/10.1037/dev0000234.
Ozernov-Palchik, O., and Gaab, N. (2016). “Tackling the ‘dyslexia paradox’: reading brain and behavior for early markers of developmental dyslexia.” Wiley Interdisciplinary Reviews: Cognitive Science, 7(2), 156-176. https://doi.org/10.1002/wcs.1383.
Van der Werf Y.D., Altena E., Schoonheim M.M., Sanz-Arigita E.J., Vis J.C., De Rijke, W. and Van Someren E.J. (2009). Sleep benefits subsequent hippocampal functioning. Nature Neuroscience, 12, 122-3. https://doi.org/10.1038/nn.2253.